Avontuur…

Gisterenavond na het -alweer zeer lekkere- avondmaal nog even genotenvan de tuin en het terras van hotel Kyzart, met zicht op de bergen en het dorp.

En dan vandaag op naar Song Kul, het Laatste Meer, zo genoemd omdat dit het laatste meer is dat in de lente ontdooit. De winter begint er eind oktober en duurt tot eind mei. Het meer bevriest dan en er ligt meer dan een meter sneeuw. De plek is dan enkel nog te paard te bereiken.
We gaan niet zelf rijden deze keer. Onze vorige poging was geen succes en het heeft hier de laatste dagen vaak geonweerd, waardoor de rijomstandigheden nog zotter worden. Voor 6000 som, zo’n goede 60 euro, kunnen we een chauffeur huren die ons brengt, daar op ons wacht en ons dan ook terugbrengt. Het is het best bestede geld ooit gebleken. Ul’ug, het dorp waar we verblijven ligt in een hoogvlakte, op 2000m. Song Kul ligt op 3400m, dat betekent dus flink stijgen over een afstand van een goede 20 km. De heenrit is fantastisch, echt genieten, vooral voor mij dan, want ik hoef alleen maar rond te kijken en foto’s te nemen. Voor Hans is het een stuk spannender, hij kijkt vaak gewoon naar beneden om de fenomenale vergezichten te vermijden. Het gaat op en neer, door plassen, over stenen, door rivieren, tussen paarden en koeien die overal vrij rondlopen en een voorliefde voor de weg lijken ontwikkeld te hebben . Sommige hellingen zijn indrukwekkend stijl, als je ze zou tekenen met een geodriehoek heb je minstens een hoek van 50 graden nodig. Het geeft soms het gevoel van een roetsjbaan: je komt boven aan een helling en hebt geen idee waar de weg naartoe is tot je echt naar beneden rijdt. De rit is een avontuur op zich.

En dan komen we, na anderhalf uur – dat op zich zegt al iets over de weg – aan bij Song Kul. Het is een prachtig meer, omringd door ruige bergen. Voor we worden afgezet aan het meer stopt onze chauffeur Urmat eerst even bij een yurt om een fles kumuz te halen. Het is een populaire drank in Kirgizië,  gefermenteerde paardenmelk, en we hadden er al veel over gehoord ( helaas weinig positiefs) maar we hadden het nog niet gedronken. Omdat we de vriendelijke man niet willen teleurstellen proeven we een slokje. Tot mijn grote verbazing vond ik het best lekker, al zou ik er geen hele fles van drinken. Het is een mix van karnemelk met geitenkaas, en goed koud heel drinkbaar als je van karnemelk en geitenkaas houdt.

Urmat zet ons af bij een nieuwe kampplaats (Song Kul Glamping), drie ronde tenten met een prachtig zicht op het meer. Ze zijn nog niet helemaal af en dus ook nog niet open, maar we mogen even een kijkje nemen.

Daarna gaan we eerst even wandelen langs het meer, maar keren terug als het begint te druppelen. Ze hadden ons gewaarschuwd: 4 seizoenen op een dag. En inderdaad, als we terug aan de drie tenten komen, is de zon weer doorgebroken. We installeren ons aan het meer voor een picknick, al hebben we ons eerst goed ingespoten tegen de muggen, want die zitten hier in overvloed.

Het uitzicht op het meer is fascinerend. Het spel van zon en wolken zorgt voor telkens nieuwe kleureffecten, het is prachtig. We zien aan de overkant van het meer een onweer ontstaan en horen de donder, maar gelukkig zit de wind goed en wordt alles van ons weggeblazen

Maar dan draait de wind en komt het onweer recht op ons af. De mensen van de glampingplaats roepen ons naar binnen in een van de tenten waar we gewoon naar het schouwspel op het meer zitten te kijken en luisteren naar het gedruppel van de regen.

Om 3u waren we afgesproken met Urmat, en inderdaad, kwart voor 3 is hij paraat. Klaar voor de terugtocht. Door de regen is de helling van de bergpas naar het meer echter heel glibberig geworden, het lijkt wel of er een laagje slijm over ligt. Hij begint supervoorzichtig aan de terugrit, maar de auto zwiept van links naar rechts. We driften van de ene kant naar de andere ( Sander gaat zo jaloers zijn!), glibberen met momenten dwars over de rijsporen, en rijden ons tenslotte vast in diepe sporen op een uitstekende rots. Hans en ik houden het even voor bekeken en stappen uit zodat Urmat zich zonder pottenkijkers kan losrijden. Met veel moeite en gedrift geraakt hij los en rijdt dan ineens door naar boven, zodat wij nog een stevige klim voor de boeg hebben. Vandaar gaat het steil naar beneden met een paar haarspeldbochten en er ligt nog altijd modder. Wij stellen voor dat hij het steilste stuk naar beneden rijdt, maar dat wij wel te voet zullen gaan en dat hij ergens op ons moet wachten waar dat mogelijk is. En nu hopen dat hij ons begrepen heeft en dat hij niet doorrijdt . Aan een vertaalapp heb je werkelijk niets als je geen ontvangst hebt in de bergen.
Gelukkig had hij ons wel degelijk begrepen en stond hij halfweg de afdaling op ons te wachten.

Tijdens de verdere afdaling zat de man de hele tijd te prevelen – ik begreep er niet veel van maar had wel door dat hij aan het bidden was: laat ons zeggen dat dat ook niet erg geruststellend was. Hij brengt ons uiteindelijk heelhuids terug, al rijdt hij nog een band lek. Ik zal niet moeten zoeken naar inspriratie voor de blog.

4 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *