We hebben er een heerlijk frisse nacht op zitten, maar zodra de zon opkomt, stijgt ook de temperatuur. Rond half 8 ’s morgens zitten we al vlot aan 25°.
Vandaag is een rustdag. We blijven twee nachten op dezelfde camping en dus hoeven we niet zo ver te rijden. Aangezien Williams op een goed uur rijden van de Grand Canyon ligt, is het snel beslist wat we vandaag gingen bezoeken.
Ik kan zeer kort zijn: om de Grand Canyon te beschrijven kom je immers woorden te kort. Het is onwaarschijnlijk mooi en indrukwekkend. Bij de eerste aanblik viel onze onderkaak open en de enige zinnige commentaar bij ons alle vier was “WOOW!” Onze onderkaak is de hele dag lang niet meer op zijn plaats geraakt. Je hebt de neiging om zowat om de vijf meter een foto te nemen, want telkens veranderen het perspectief, de kleuren, de zichten,… In het park word je met een shuttle naar de verschillende viewpoints gebracht, wat heel handig is. De chauffeurs (Rick, Jason, Jean,… kan het Amerikaanser?) zijn bijzonder grappig en geven voortdurend informatie over wat er zoal te zien is of hoe het viewpoint aan zijn naam gekomen is. Na een zestal uur zijn we compleet afgepeigerd. Zoveel schoonheid wordt op de duur behoorlijk vermoeiend.
’s Avonds brengen we nog een kort bezoekje aan Williams. Het is een stadje dat eind 19de eeuw werd gesticht door cowboys en houthakkers, en het ziet eruit zoals de beschrijving klinkt. Net weggelopen uit een filmdecor. Er loopt zowaar een echte cowboy rond en je kan er zadels, cowboyboots en wapens kopen. Op de terrasjes in ‘Main Street’ spelen live countrymuzikanten, enfin, het is de moeite.