Maandag = wandeldag. Aangezien we in de serieuze bergen zitten én aangezien we absoluut niet gewoon zijn om in de bergen te wandelen, kom ik met een ingenieus plan. We nemen de ‘gondola’ naar 1400 m en gaan daar wandelen. Hans bekijkt het wat argwanend (hoogtevrees, weetjewel), maar gaat akkoord. Het is 45 min stappen tot aan de gondels die ons naar omhoog moeten brengen. Google maps wou ons een hele ommetoer laten maken, maar gelukkig hebben we de omgeving al kunnen verkennen de vorige dagen, dus we vinden een weg die ons 15 min tijdwinst oplevert. En dan gebeurt het: Hans ziet een skilift met open zitjes, en ik kan hem niet overtuigen dat de gondels gesloten zullen zijn. Ok, dan, we zien een aanduiding voor een ‘trail’ en beginnen die dan maar te volgen, zonder eigenlijk te weten waar die heen gaat. Het plan is om zolang door te gaan tot we het beu zijn, en dan terug te keren.
De eerste km is horror: we lopen in de vlakke zon en het gaat steil naar omhoog, zonder even wat afwisseling. Maar dan verlaten we het dorp en komen we in bos terecht: vanaf nu schaduw en bovendien wat meer afwisseling in het reliëf. Natuurlijk zijn er nog echt steile stukken waar het meer klimmen is dan stappen (leve de wandelstokken), maar af en toe wordt het tenminste afgewisseld met iets minder steile stukken. Onderweg moeten we hier en daar over omgevallen bomen klauteren. We zien eekhoorntjes en ook een uil die verschrikt opvliegt. (ik had nog nooit een uil in het wild gezien). We gaan maar door, en zien de gondels boven ons naar boven snorren. Af en toe komen we een enkeling tegen die dezelfde route volgt als wij, maar wel naar beneden. Na een tijdje hebben we door dat we te voet naar de Cota 1400 aan het stappen zijn, waar ook de gondels naartoe gaan.
Na de picknick komen we een overdreven spraakzame Roemeen tegen die zin had in een filosofisch klapke, maar die we gelukkig kunnen lozen. Hij loopt de berg op, wij stappen.
Het klimmen gaat maar door, maar uiteindelijk komen we aan op 1400 m. Een prachtig uitzicht!
We hebben hier wel heel veel bekijks. Stel je voor, twee onnozelaars die de berg opwandelen terwijl je ook met de gondels of met de auto naar boven kan…
Hans ziet de gondels van dichtbij en moet toegeven dat ze gesloten zijn. Ik overhaal hem met mijn onovertroffen charmes om de gondel te nemen die van hieraf weer vertrekt, maar dan naar een hoogte van 2000 m, en wonder boven wonder, hij stemt toe.
Alles gaat goed tot we in de gondel zitten, want dan slaat zijn hoogtevrees in alle hevigheid toe. Hij zit de rit uit met de ogen dicht, terwijl het uitzicht fantastisch is. Daarboven is het heel wat kouder en waait er een strakke wind. Terugkeren met de gondel is uitgesloten voor Hans. Ok, dan maar te voet terug naar beneden, tot 1400 m. En wat een prachtige wandeling. De tocht naar beneden is steil, maar te doen.
Als we bijna beneden zijn en op een makkelijke weg stappen, glijd ik uit op fijn grint. Ik voel mijn knie fout draaien, maar heb de reflex om hem van onder mij weg te trekken waardoor de schade wel meevalt: mijn been en knie zijn geschaafd, net als mijn hand, maar geen onherstelbare schade. En ik heb ook niet veel keuze, we moeten verder.
Na 1u30 komen we opnieuw aan de Cota 1400 waar we nu toch maar de gondel naar beneden nemen. Opnieuw even horror voor Hans, maar het ging al iets beter dan de eerste keer. Eenmaal terug in Sinaia hebben we nog een tochtje naar het hotel voor de boeg, maar we komen zonder kleerscheuren aan op onze eindbestemming. We zullen vroeg in ons bed zitten straks.
It’s perfect time to make some plans for
the future and it’s time to be happy. I have read this post and if I could I want to suggest you some interesting things or
tips. Maybe you could write next articles referring to this article.
I want to read more things about it!