Lord Byron verblijft in Tepelene – 15 juli

Vandaag wordt opnieuw een reisdag. We rijden van Korça naar Tepelene. In vogelvlucht vlakbij, via de weg zo’n goede 170 km. Volgens de gps een kleine 4u, dat betekent dat die rekent aan een gemiddelde snelheid van 40 per uur, wat echt wel al heel wat is. En inderdaad, het eerste deel van de weg is spiksplinternieuw: brede rijvakken, zelfs een extra strook op de steile delen voor de trage voertuigen. Helaas… als het te mooi is om waar te zijn, is het meestal ook niet waar. Na een paar km komen we uit op de oude weg. Maar ok. Hij is redelijk breed en in redelijk goede staat. Af en toe een put, hier en daar langs de zijkant wat afgebrokkeld, maar te doen. Na een steile afdaling komen we in een prachtige hoogvlakte: overal veldjes, bloemen, water, … Het lijkt wel Heidi in Tirol, maar dan zonder Heidi.

Ook dat mooie liedje kon niet bljven duren. In de verte doemen serieuze bergen op, maar dan ook echt serieuze, en naarmate we die naderen wordt de weg smaller en slechter. Uiteindelijk rijdt ik als een echte Albanees zowat het hele eind met de volle witte lijn halfweg tussen mijn voorwielen, kwestie van de ergste putten te ontwijken. Het is heel vaak hopen dat we geen tegenliggers tegenkomen, want de weg is gewoon niet breed genoeg. Daarbij komen nog wielbrekend diepe putten en indrukwekkende wegverzakkingen. We slalommen aan nog geen 20 per uur tussen de ergste gebreken door. En de bergen blijven maar komen.

Op het moment dat we beginnen te denken dat we toch wel eens wat willen eten of drinken, is er in geen velden of wegen een taverne te bekennen, en dat wil wat zeggen in Albanië. Dus kronkelen we aan een slakkengangetje verder. Boven op een berg, na bijna een uur rijden, is er dan ineens wel een taverne. We sleuren ons stuur naar rechts en houden halt op de ‘parking’voor het huis. We worden geïnstalleerd op het terras met een fenomenaal uitzicht. Als we de menu vragen, krijgen we te horen dat er vandaag lamsvlees, aardappelen en een salade op het menu staan. Hans bestelt van elk een portie en dat was precies genoeg voor ons allebei.

En nog gaat het verder. Steile klimpartijen en idyllische hoogvlaktes wisselen elkaar af, de weg blijft even abominabel.

Op een bepaald moment lijkt het landschap rondom ons plots weg te vallen in de diepte. Door de hoogvlaktes waren we vergeten hoe duizelingwekkend hoog we geklommen waren. We dalen af, meer dan een half uur. Af en toe kan Hans gelukkig ook het stuur eens overnemen, want we rijden tussen de bossen, waardoor we gespaard blijven van vergezichten. Of toch voor eventjes. Even later rijden we door een van de meest adembenemende landschappen die ik ooit zag. Beneden een lichtblauwe rivier die zich diep in het dal verderkronkelt, en rondom ons enorme hoogten. Helaas, er zijn geen foto’s van, dat was teveel gevraagd van Hans.

Uiteindelijk, na zo’n 7 u (pauzes om te eten, aan de rivier en aan een meertje inbegrepen) komen we aan in ons nieuwe hotel: Lord Byron in Tepelene. Het is een groot domein waar we, een beetje op zijn Amerikaans, een klein huisje toegewezen krijgen. Er is een zwembad, en nog voor Hans de auto heeft weggezet, zit ik al in het water. Heerlijk. Als Hans terugkomt met een fles witte wijn en twee glazen, is de avond perfect ingezet.

Culinair komt daar nog een leuk staartje aan. We eten bijzonder lekker (kip met een heerlijk wijn-limoensausje en pasta met tomaat, en een bord gegrilde groenten) onder een grote boom met lampjes. Het krekelconcert krijgen we er gratis bij 🙂

Ps: ze hebben hier gi-gan-ti-sche sprinkhanen

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *