Gisterenavond nog een toertje door de stad gedaan. We hadden vanop het dakterras gezien dat er iets gaande was op het dorpsplein, dus nieuwsgierig als we zijn… Het was ons in eerste instantie niet echt duidelijk wat er gaande was: het hele dorpsplein was afgezet, een dj draaide plaatjes, op het plein stonden een twaalftal witte statafeltjes, en een tafel met champagneglazen en een fles. Verder heel veel Albanezen errond, een gewriemel van toeterende auto’s in de straten rond het plein en een viertal fotografen. Een trouwfeest? Een soort filmfestival? Ineens komt er een stoet wagens aangereden en uit elke wagen stapt een jong koppel, de man in strak pak en strikje, de vrouw in galakledij… Als ik aan een omstaander wil vragen wat er gaande is, spreekt die natuurlijk geen Engels. Terug in het hotel stap ik naar de receptie: ik wil weten wat er aan de hand is. Blijkt het de promotie van de afgestudeerde zesdejaars te zijn. Dat is pas een promotie in stijl!
Vanmorgen zijn we weer op weg, naar Pogradec (spreek uit: pogradees) dit keer. Het ligt aan het meer van Ohrid, een van de oudste meren van Europa, en meteen ook het grootste en het diepste: liefst 358 vierkante km groot en tot bijna 300m diep. We zijn benieuwd.
De route begint veelbelovend. Eerst wat gekronkel naar beneden, langs dezelfde weg als we gekomen zijn, een deftige weg naar Tirana en vanaf Tirana weer een spiksplinternieuwe autosnelweg die zich tussen en rond de bergen vleit. Vanaf Elbasan stopt de snelweg maar ook daar blijft de weg behoorlijk breed en zonder al te veel putten. Bovendien zijn er op (zeer) regelmatige afstanden bars, restaurantjes,… dus dorst hoeven we ook al niet te leiden.
Opnieuw valt op hoeveel water ze hier hebben: het komt hier letterlijk overal uit de grond en de bergwand. Mensen laten het lopen over de straat om de asfalt af te koelen, zetten hun tuintjes onder water,… Dit is ongetwijfeld het groenste land met Middellandse-zeeklimaat dat er betaat.
Als we het hoogste punt van de route bereikt hebben, zien we het meer liggen. Vandaar gaat het naar beneden waarna we nog 25 km langs het blauwste meer ooit rijden. Het is prachtig: een enorme watervlakte omringd met bergen. Wanneer we beneden zijn, stoppen we even langs de weg en zien we een enorme rog, zeker 1 meter in doorsnede, die ligt te zonnen in het ondiepe water.
En dan komen we aan ons hotel: Garden Villa Boutique Hotel, een pareltje. Een villa uit de jaren 20 van de vorige eeuw, helemaal gerestaureerd en een verbazend geslaagde mix van authentiek en modern. Hier is duidelijk veel geld tegenaan gegooid. Onze kamer is te gek: we voelen ons de koning te rijk. Toch betalen we amper 55 euro, ontbijt voor ons beide inbegrepen.
De jongen die ons binnenlaat (eigenlijk de barjongen, de receptie is er niet vandaag) vertelt ons dat het een Amerikaans project is. Ze doen veel dingen fout, die Amerikanen, maar dit is alvast geslaagd.
Voor het hotel is een gezellig terras en een grote bar, in iets wat lijkt op een privétuin. We zitten om amper 20 m van het meer, en dus gaan we direct op pad om de hele kust van Pogradec af te stappen. Slechts een paar km, maar toch. We hebben het gevoel dat we worden teruggecatapulteerd naar een badplaats uit de jaren 70. Het is hier supergezellig: er loopt een dijk langs het water, en dan een brede groene strook met gras en bomen en terrasjes en bankjes, waar je de zon kan ontlopen. Hoewel… ook de temperatuur valt ontzettend mee. We zitten op een hoogte van 700 m, wat zorgt voor een aangename 22 graden, en geen 29 zoals beneden.
Er is verrassend weinig volk op de strandjes. Zelfs Hans kan de verleiding niet weerstaan en waagt zich in het water. Ik laat het met spijt in het hart aan mij voorbijgaan, bij gebrek aan watersandalen.
‘s Avonds gaan we iets eten in een van de vele barretjes . De ‘dijk’ ziet zwart van het volk, een gezellige bedoening. Waar die ineens allemaal vandaan komen? Het is ons een raadsel.
Ps: Albanese wijnen zijn zeer lekker!
Ps: Er is hier een Gentse straat!!
Prachtig meer en natuur! En jullie stralen allebei!