Het avondmaal gisteren kreeg een verrassende wending: we waren de enigen die bleven eten en werden geïnstalleerd in ‘de schone plaats’, met een gigantische zetel, een matras voor de open haard en een schilderij van een president van Kosovo aan de muur. We kregen lekker eten (een gele ondefinieerbare maar zeer lekkere soep, rijst met rundsvlees en gebakken aardappelen, een salade met tomaat, komkommer en ajuin uit eigen tuin). Toen we klaar waren met eten, kwam meneer Gjana bij ons voor een babbeltje met handen en voeten, tot er plots andere gasten binnenkwamen. Het bleken Albanezen te zijn die al zestig jaar in België woonden en nu op zoek waren naar de roots van de vrouw. De man was Franstalig maar sprak ook een aardig mondje Nederlands, en was ook nog eens een vlotte babbelaar. We hebben ons kostelijk geamuseerd.
Vanmorgen weer vroeg uit de veren: om half 8 ontbijt en rond kwart over 8 waren we op weg, opnieuw de (voor Hans helse) weg richting Shkoder. Na een half uur rijden schiet het Hans te binnen dat we onze doos met picknicgerief en onze koelblokken vergeten zijn. Ik wil nog terugrijden, maar dat ziet Hans niet zitten. We stoppen dan maar onderweg aan een Minimarket en kopen wat kaas, brood en een zak diepvrieserwtjes om onze koelbox koud te houden.
Op naar Kruje, deze keer. De thuisstad van Skanderbeg, de nationale held die in de 15de eeuw het land verdedigd heeft tegen het Ottomaanse Rijk. Elke Albanees groeit op met dit verhaal en dit is dus ook een populaire bestemming voor de plaatselijke bevolking.
De weg – zeker het laatste stuk naar Kruje – is weer spannend, maar we bereiken ons hotel dat bijna boven op de bergtop staat. De kamer is nog niet klaar, maar we mogen de auto al in de parkeergarage zetten (hoera!) en we doen dan maar een wandelingetje door de stad. Het hotel ligt vlak bij een bazaar met souvenirtjes en vlakbij het kasteel van Skanderbeg.
Rond 13 uur kunnen we dan wel inchecken: onze kamer heeft een balkon met een zot uitzicht. Aan de ene kant ruwe bergen , het kasteel met uitkijktoren, onder ons de stad, in de verte een uitgestrekte vlakte met daarachter weer bergen en links de zee. Niet te doen!
Snel onze wandelschoenen aan en te voet naar het kasteel van Skanderbeg. De site is gratis toegankelijk en de uitzichten zijn fantastisch. We bezoeken ook het Skanderbegmuseum, waar de vroege geschiedenis en het verhaal van Skanderberg erg visueel worden voorgesteld met reusachtige muurschilderingen en mozaieken: indrukwekkend.
Nog even iets drinken in een supergezellige bar (olijfbomen, tafeltjes onder een afdak, en, uiteraard, een fantastisch uitzicht.)
Terug naar het hotel dan maar, we willen graag via Whatsapp met Sander bellen want die is jarig vandaag. Na een douche installeren we ons op het dakterras van het hotel met een aperol spritz. Om al een hapje te eten bestellen we een bruschetta en een focaccia, de twee goedkoopste gerechten die we herkennen op de kaart. Als ze komen, merken we dat we ons weer vergist hebben in de Albanese porties. We dachten wat te knabbelen in afwachting van etenstijd, maar voor ons staan twee volwaardige maaltijden. Dat is iets wat we nog moeten leren!