Vandaag zijn we op stap met Ruben en Cédric. Sander en Fran zijn vertrokken voor een hike, maar wij willen liever het museum van Frida Kahlo bezoeken.
We kunnen er met de bus naartoe, mits overstappen, maar… de bus komt niet opdagen. Gelukkig is een Uber snel besteld en helemaal niet duur. En zo arriveren we mooi op tijd voor het museum aan de andere kant van de stad, na een rit van een half uurtje.
Het museum is gelegen in Coyoatán, in het huis waar de kunstenares haar hele leven heeft gewoond. Het is een groot, heel kleurrijk huis, met een mooie binnentuin. In het museum krijgen we heel wat informatie over haar leven, er zijn kunstwerken, heel wat foto’s (haar vader was fotograaf) en een aantal ruimtes zijn nog helemaal zoals toen ze er leefde.






Nadat we het huis van Frida hebben verkend, gaan we op stap in de wijk aan de hand van een wandeling uit ons boek over Mexico City doorheen Coyoatàn, vroeger een dorp apart, nu deel van de uitdijende hoofdstad. Het brengt ons naar – hoe kan het ook anders – een aantal marktjes. Ruben en Cédric gaan op zoek naar magneten, wij kuieren wat rond op het kunstmarktje. Ruben ontdekt op de markt een kraampje waar ze broodjes verkopen in plaats van tortilla’s, dus dat wordt onze lunchafspraak voor die middag. En dat het gesmaakt heeft!


Na de middag wandelen we verder tot we besluiten dat het misschien wel leuk kan zijn om Xochimilco te bezoeken. Onze Uberchauffeur van vanmorgen was al de tweede die ons dat aanraadde, en het stond ook als “must see” in onze gids. Wij dus daarheen. Opnieuw laat de bus ons in de steek, en dus stappen we nog eens 15 minuten naar de metro.



Voor zover we het konden zien, moesten we eerst een tiental haltes op de metro zitten, en daarna overstappen op een ’tren ligero’ naar Xochimilco. We installeren ons dus op de metro voor een lange rit. Tot plots, bij de eerste halte, Cédric naar buiten wijst en zegt: dat is hier al de halte die we moeten hebben. Helaas, op dat moment sluiten de deuren opnieuw, en zitten we – helemaal alleen, merken we nu pas op – op een metro die na zijn eindhalte verder rijdt. Wat nu? Gelukkig stopt hij even verder, en keert hij terug op het andere spoor. We stappen dus uit op de eerste halte, waar de mensen ons een beetje raar aankijken, want technisch gezien konden we niet in dat metrostel zitten.
Vanuit de metro stappen we over op de ’tren ligero’ (zeg maar tram): alleen, het metrostel van daarnet, met zeker twaalf wagons, moet zich nu op een trammetje met twee wagonnetjes proppen. En dat moeten we 17 haltes ver volhouden. Het was de moeite!
Maar niet getreurd, we geraken heelhuids in Xochimilco. Daar treffen we ook Sander en Fran die intussen uitgewandeld zijn. Xochimilco is werelderfgoed. Het gaat om kanaaltjes die ergens in de tijd van de Azteken ontstonden tussen kunstmatig aangelegde tuinen. Dit werden drijvende tuinen genoemd, al werden ze ‘vastgelegd’ door de aanplanting van wilgen die met hun wortels doordrongen tot in de bodem van het meer. Heel Mexico Stad is gebouwd op een meer waarop op deze manier land werd gewonnen op het water. Het gevolg: de stad zinkt elk jaar verder weg door het gewicht van de gebouwen. Een beetje zoals Venetië.



De boottocht op de kanaaltjes gebeurt met kleurige houten bootjes die met een lange stok worden voortgeduwd. Het is een wirwar van jewelste. Niet alleen doordat er heel veel bootjes zijn, maar ook doordat er op heel wat bootjes wordt feestgevierd. Het zijn vooral Mexicanen die dit als feestelijk uitstapje doen voor een geboorte, verjaardag of familiefeest. Velen hebben een box mee met muziek, en daarnaast varen er bootjes rond met een mariachi-orkest dat voor 300 pesos op je boot een lied komt zingen. Plus ook kleinere bootjes die eten, drank, speelgoed, snoep, … verkopen en die hun waren luidkeels aanprijzen. Onze ‘kapitein’ Angel is aan de luie kant en dus zien we niet de helft van wat ons beloofd was (we hebben dan ook ons beklag gedaan en voor het eerst geen fooi gegeven) maar alleen al deel uitmaken van die totale chaos is een belevenis.
Na de rondvaart hebben we geen zin meer om nog anderhalf uur met het openbaar vervoer te reizen, ook al zou het ons maar 8 pesos kosten per persoon (nog geen 40 eurocent), dus vragen we opnieuw een Uber die ons voor een goede 5 euro per persoon in 50 minuten weer naar Condesa brengt.
Daar snel nog iets eten (en belachelijk dure wijn drinken, blijkt achteraf tot ontevredenheid van Hans) en dan naar ‘huis’ want morgen is het weer vroeg dag.