Dag één in Mexico City. Ruben en Cédric zijn gisterenavond nog op stap geweest, dus zij gaan wat rustiger starten vandaag. Maar wij hebben er zin in, en Sander en Fran ook. Dus gaan we samen op stap. Ons doel: het museum van antropologie.
Het eerste wat opvalt als we op stap gaan, is hoe groen onze wijk is. De straten zijn omzoomd met tropische planten, het is soms donker doordat het bladerdek zo dik is.





Na 15 minuutjes zijn we in het grootste park van Mexico City: El bosque de Chapultepec. Het is enorm: maar liefst 686 hectare natuur, midden in de stad. Er staan verschillende musea, een kasteel, een zoo, een boekenwinkel met terras aan het water en twee meren. De zon schijnt, dus het is er heerlijk wandelen. De gps geeft ons nog 37 minuten om aan het museum te geraken, dus we genieten van de wandeling.





Net als we het museum gevonden hebben, begint er een Azteekse ceremonie met ‘voladores’, mannen die een hoge paal beklimmen en zich dan naar beneden laten vallen, vastgebonden aan een touw. We zagen ze gisteren al uit de verte, maar blijven nu zitten voor de volledige ceremonie.



En dan begeven we ons naar het museum. Het is een enorm gebouw, spliksplinternieuw, en eerlijk, qua collectie en presentatie, een van de mooiste (archeologische) musea die ik ooit zag. We lopen alle zalen rond: de collectie is adembenemend, en prachtig voorgesteld. Een deel van de tempels en sculpturen wordt buiten voorgesteld. De cultuur van de Azteken, Maya’s, Tolteken,… en de restanten van Tenochtitlan en Theohuacan…het is echt wel impressionant!



















Tussendoor eten we iets in het restaurant van het museum. Heel lekker allemaal! Sander is de meest avontuurlijke en kiest een gerecht met geroosterde sprinkhanen en mieren. Ik proef van allebei, en het is niet slecht, maar ik ben toch blij dat we dat in België niet al te vaak tegenkomen.



Als we besluiten te vertrekken om nog wat door het park te wandelen, begint het plots te onweren. De regen valt met bakken uit de lucht, dus installeren we ons in de inkom van het museum in de hoop dat het gaat stoppen met regenen. Helaas, het stopt niet. Dan maar onze regenjas aan en mijn parapluutje (dat ik kocht tegen de zon) opengevouwd, en we stappen naar het dichtstbijgelegen metrostation. Daar kopen we een oplaadbare kaart voor 15 pesos die we bijladen tot 100 pesos. Eén rit (metro, metrobus of bus) kost 5 pesos (nog geen 0,25 cent). Dat is pas openbaar vervoer!
De regen houdt aan, dus besluiten we om op het appartement brood en kaas te eten (we hebben vanmiddag immers heerlijk gegeten in het restaurant van het museum) en Fran en Sander gaan tomatensoep met balletjes maken. Hmmm. Ruben en Cédric hebben iets te vieren en trekken naar de Japanse wijk voor sushi.
Een rustige avond zal deugd doen, want we hebben allemaal wat last van de hoogte. De stad Mexico ligt op 2250 meter, en dat voel je als je een inspanning doet. En morgen… staat er weer een drukke dag op het programma!