Vanmorgen ziet ons verblijf er helemaal anders uit. We logeren middenin het oerwoud, al is het hier en daar wel wat aan banden gelegd, anders was er letterlijk geen doorkomen aan.
Ik ontbijt gezond (veel fruit, yoghurt en granola), Hans eet een eitje. en dat alles in een restaurant met fantastisch uitzicht.

Dan nog even het water verdelen, en daarna gaan we te voet op stap. Schuin over het hotel ligt het Ecopark Aluxes. Het is een opvang- en reïntegreercentrum voor wilde dieren uit de streek. Ze vangen dus dieren op die niet meer in het wild kunnen leven (bv. omdat ze te jong gescheiden werden van de moeder en dus niet de nodige ‘opleiding’ kregen of zoals de reusachtige krokodil die vlakbij een dorp woonde en door de dorpelingen zou zijn gedood had het opvangcentrum hem niet gevangen). Maar daarnaast hebben ze ook een kweekprogramma waarbij ze met uitsterven bedreigde diersoorten weer loslaten in het wild.











Het is dus enerzijds een beetje een dierentuin, maar alles is zo mooi gelegen in de jungle dat alleen al het wandelen door het park een belevenis is. We zien aapjes, wilde varkens, krokodillen, papegaaien, hertjes, zeekoeien (althans, we zien het topje van zijn neus), .. teveel om op te noemen. Daarnaast de meest exotische planten die je bij ons als potplant kan lopen, maar dan in boomformaat en in het wild. Prachtig gewoon.









Tegen de middag zijn we terug in het hotel en picknicken we in de relatieve koelte van ons overdekt terras. Daarna springen we de wagen in richting Cascada Aqua Azul. Het ligt zo’n 60 km van onze verblijfplaats, maar wel in de bergen. Ruben geniet met volle teugen van het uitdagend kronkelend parcours ernaartoe. Vooral het ontwijken van putten, topes en andere chauffeurs vraagt heel wat behendigheid.
De weg is gewoonweg prachtig. We rijden door een muur van groen, met af en toe een opening waarbij we het oerwoud uitgestrekt zien over de omringende bergen. Denk aan alle mogelijke tinten groen die je kan bedenken, doe dat maar 100 en kwadrateer het nog eens. Dan krijg je een idee hoe de natuur er hier uitziet. De plantengroei is buitengewoon weelderig, en de planten lijken een wedstrijd te houden van om het hoogst en om het groenst.


Na anderhalf uur komen we aan de afslag van Aqua Azul. Eerste hindernis: een paar kinderen trekken een touw naar omhoog om ons tegen te houden om bananen te verkopen. We kunnen uiteindelijk doorrijden, maar Hans laat zich verleiden om een trosje bananen te kopen. Ze zijn een stuk kleiner dan wij gewoon zijn en iets vaster van structuur, maar voor de rest even lekker.
Na een heel eind naar beneden kronkelen, komen we aan een inrijpoort met slagboom. We moeten 40 pesos per persoon betalen (dat klopt met wat we op het internet lazen) en kunnen doorrijden. Maar even verder is er opnieuw een poort waar we worden tegengehouden, en waar we ook 40 pesos moeten betalen!!??!! Als ik vraag wat die andere tickets dan zijn, krijgen we laconiek als antwoord: Hay dos casetas, er zijn 2 kassa’s. Ah bon, zo zit dat hier.
Even verder worden we opnieuw staande gehouden door een jongeman met een zwart T-shirt met daarop ‘Policia’. Ja, ja, het zal wel…. Maar gelukkig wil hij enkel onze tickets zien en afscheuren. Het is allemaal nogal louche, maar bon, voor 2 euro gaan we niet al te moeilijk doen.
Dat is buiten de auto van Hans, Sander en Fran gerekend. Zij weigeren een ticket te kopen aan de tweede kassa en rijden zo door. Gevolg: tegen dat ze de auto parkeren staat de “policia” al naast de auto. Wanneer Sander vraagt om zijn badge te zien, haalt hij zijn zogenaamde baas erbij – samen met nog een tiental andere mannen – die een fake badge uithaalt. Hij heeft stukken van een politie-uniform aan, waarschijnlijk hier en daar bijeengeraapt, maar het feit dat hij geen wapen draagt en een badge van Marvel op zijn mouw heeft hangen, verraadt hem. Maar goed, we willen de watervallen zien en onze auto’s graag in één stuk terugvinden, dus kopen ook zij een tweede ticket.
En dan op wandel: zoeken naar de watervallen. Moeilijk is het niet, de weg ernaartoe is afgezoomd met kraampjes allerhande: eten, koffie, kledij, handtassen, souvenirs, … je kan het zo gek niet bedenken of het wordt er verkocht. Zo te zien wordt hier veel volk verwacht, maar dat is nu – gelukkig maar – nog niet het geval. Er lopen misschien een vijftigtal toeristen rond in het natuurpark.


De watervallen zijn indrukwekkend. Het is niet één waterval, maar een verzameling watervallen die elkaar opvolgen met telkens een poel waar je kan zwemmen ertussen. Het is intussen heel erg donker geworden en we horen de donder in de verte want ja, in het regenseizoen onweert het al eens. De verkopers beginnen haastig hun spulletjes op te bergen en de kraampjes leeg te maken, maar wij laten ons niet afschrikken en wandelen langs de rivier naar boven om de watervallen hogerop ook te zien. Voor Ruben, Hans en ik hoeft zwemmen niet persé maar Fran, Sander en Cédric zijn vastbesloten: er zal gezwommen worden. En hoewel het water aan de frisse kant is, duiken ze er vol goede moed in en verkennen een paar van de natuurlijke zwembadjes, terwijl wij foto’s maken en genieten van de koele(re) temperaturen aan de rand van het bruisende water.



Het is al gauw tijd om terug te keren, want de avond valt hier vroeg en we moeten nog een heel eind rijden. Eenmaal terug plonzen we nog even in het zwembad van het hotel. Cédric zoekt een restaurantje in de buurt en vindt Don Mucho’s. Fran en Sander hebben een ‘datenight’, dus wij gaan op zwier met Ruben en Cédric. Het restaurant ligt eveneens midden in de brousse en is eigenlijk gewoon een groot rieten dak op poten. Het ligt een eindje van de weg en blijkt een heerlijk hippe plek. Het eten is fantastisch, er speelt een live bandje en tegen het einde van onze maaltijd worden we getrakteerd op een vuurshow. Mocht je ooit in Palenque zijn, een aanrader!


Feliz cumpleaños para Sander!