Cluj Napoca: de cirkel is rond

Aan alle mooie liedjes komt een eind, en dus laten we vandaag de bergen achter ons. Het gaat richting Cluj-Napoca waar we morgen het vliegtuig terug naar huis nemen. Erg ver is het niet, zo’n 150 km, maar aan een gemiddelde snelheid van 50 per uur wordt dat toch dik 3 uur autorijden. De landschappen zijn opnieuw prachtig: eerst nog door de bergen, die na een tijd overgaan in een serieus heuvellandschap.

We wisselen elkaar af aan het stuur en vinden zowaar een tafel en bank om te picknicken.

Rond half 3 zijn we in ons hotel: niets speciaals, enkel gekozen omdat het niet te ver van de luchthaven ligt.

We zwieren onze bagage eruit en rijden door naar Cluj. Het is een vrij grote en hele drukke stad, met massaal veel auto’s. Het verschil met Garda de Sus in het Apusenigebergte kon niet groter zijn. Het is even zoeken naar een parking, maar Waze brengt ons waar we willen zijn, in het centrum. Een probleempje: we mogen er maximum 2 uur parkeren. Ok, dat wordt dus ons uurwerk in het oog houden.

Cluj is een heel open stad. Veel open pleinen met grote gebouwen, brede lanen die de stad doorkruisen, en daartussen kleinere (en gezelligere) straatjes. Vooral het kleine autovrije gedeelte is heel knus, maar een beetje aan de kleine kant om veel indruk te maken. Foto’s maken zonder een kerk erop is zowat onmogelijk, want er staat er wel een in elke straat.

Om de warmte de baas te kunnen, trakteren we onszelf op een heel bijzonder ijsje: voor mij ‘gin-met-bosvruchtensmaak, voor Hans ‘lavendel-blauwebessensmaak’, en dat in een zwart hoorntje.

Terwijl we wandelen komen we langs een parking waar we onbeperkt mogen blijven staan. De parking ligt aan een gigantische Grieks-katholieke kathedraal in opbouw, dus daar moeten we gaan staan. Helaas, we gaan ervan uit dat we die kathedraal – die echt enorm is – makkelijk gaan terugvinden en dus kijken we niet hoe de parking precies heet.

Maar… het circulatieplan in Cluj is heel wat complexer dan dat van Gent: we toeren rond, maar zien nergens de torens die we zoeken. Het is pas nadat we gaan zoeken op ‘biserica(=kerk)’ en ‘catedrala’ dat we de goede kerk vinden. Eind goed, al goed, en intussen zijn we wat afgekoeld, want het is hier boven de 30 graden en bijzonder vochtig. Voor vannacht voorspellen ze hevig onweer, en dat zullen we nu al geweten hebben.

Eenmaal geparkeerd dwalen we nog wat door de universiteitswijk en gaan uiteindelijk een laatste ‘lemonada’ drinken en iets eten in een zeer hip eetcafé.

En daarna, terug naar ons hotel, om een douche te nemen en te genieten van de airco voor het onweer losbarst. En morgen… terug naar huis.

Wistjedatjes over Roemenië:

  • Het kleinste bankbiljet is dat van 1 lei, wat overeenkomt met 20 cent.
  • Kinderen hier kunnen blijkbaar wel tegen een stootje: grint is een normale ondergrond voor een speeltuin.
  • Het eten is aan de zware kant: ontbijt met tomaat, komkommer, diverse soorten worst, salami, varkensvlees en dergelijke zijn hier heel normaal. Tel daar nog een paar eieren bij, en je komt de dag zonder problemen door. Hieraan hebben we ons -gelukkig maar- niet kunnen aanpassen.
  • Ook het avondeten bevat in verhouding heel veel vlees en weinig groenten, maar er staan wel altijd lichtere en gezondere alternatieven op de menukaart. Leve de vertaalapp!
  • Elke menukaart vermeldt hoeveel gram vlees, pasta, groenten…. je krijgt. Er is ook telkens een volledige allergenenkaart, per gerecht.
  • Het is een wonder dat de mensen niet allemaal een alcoholprobleem hebben: alcohol is hier onwaarschijnlijk goedkoop (vb: Aperol Spritz voor 3 euro), en hoe sterker, hoe goedkoper. (cognac, 2,5 euro)
  • De mensen die in winkels en restaurants werken, zijn meestal niet erg vriendelijk.
  • Een fooi van 10 procent is normaal op restaurant, en voor een taxi bv is het normaal om naar boven af te ronden.
  • Er is een goed uitgewerkt systeem voor Uber en Bolt taxi’s.
  • Er is hier een overvloed aan apotheken, nog meer dan bij ons.
  • Heel veel mensen spreken geen enkele andere taal behalve Roemeens. In de steden valt het mee, maar daarbuiten is het vaak behelpen. Leve de vertaalapp!
  • Het internet -ook 4, en zelfs 5G – is verbazend goed, behalve waar het niet werkt. In het Apusenigebergte heb je geen enkele ontvangst, ook geen gsm. Perfect voor een digitale detox.
  • Hoewel de levensstandaard vrij vergelijkbaar is met de onze, is er ook veel echte armoede, vooral onder de Romabevolking.
  • Het leven is hier niet zo heel veel goedkoper dan in België, maar eten en drinken kosten minder dan de helft. Op restaurant eten kan hier met gemak voor de helft of een derde van de prijs. Met twee op restaurant kostte ons gemiddeld ongeveer 30 à 35 euro, alles inbegrepen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *