Een dagje in de bergen. Er zijn hier heel wat grotten te bezichtigen, maar we willen toch vooral ook stappen. Na een zeer uitgebreid ontbijt (waarbij we dan nog wel al het vlees laten liggen) met kaas, tomaat, komkommer, abrikozenjam, en een slaatje van aubergine en mayonaise -klinkt niet als combinatie, maar verrassend lekker – vertrokken we naar de Peştera de Scarişoara, een ondergrondse grot uitgesleten door een gletsjer. Maar dan komen we aan de weg waar we moeten afslaan: een weg langs de rand van de berg, recht naar omhoog. Dubbel probleem: geen bomen langs de weg, dus geen optie voor Hans, en een diepe goot langs de rand van de smalle weg, waar de Roemenen voorbij sjezen, dus geen optie voor mij. De schrik slaat me om het hart als ik denk hoe ik de auto naar boven moet krijgen als er voortdurend auto’s naar beneden scheren en er geen ruimte is om uit te wijken.
Verandering van plannen, dan maar. We slaan de volgende weg in, die ons naar de Gheraţul Poarta lui Ionele (de grot van Ionel, zeg maar) brengt. Het is een vrij kleine grot, maar we krijgen wat uitleg van het meisje dat de ingang ‘bewaakt’ en die vlot Engels spreekt. De grot is 320 m diep, maar slechts de eerste 130 m zijn toegankelijk, de rest is een reservaat voor vleermuizen.
Ik moet dringend naar de wc en vraag naar de ‘toaleta’, maar krijg als antwoord: ‘Nu, in de bosket’ (geen idee hoe je het schrijft, maar de boodschap is duidelijk. Alleen zijn de ‘bosket’ alles behalve discreet en zit er niets anders op dan nog wat te wachten.
Verder langs de weg zou er een ‘Cheile’, een canyon, liggen. We vragen aan het meisje of we er te voet naartoe kunnen, waarop ze bevestigend antwoord. Het is zo’n 3 km. Op stap dan maar, de berg op. We beginnen te stappen langs de vrij rustige weg, op zoek naar een bord dat aangeeft dat we de canyon hebben bereikt. Maar… geen bord. Dus blijven we stappen, hoger en hoger. Uiteindelijk beslissen we om nog tot aan de volgende bocht te stappen, maar als we niets zien, keren we onverrichterzake terug. De 6 km die we naar boven stapten terug naar beneden. Een mooie wandeling, dat wel. En picknicken… dat doen we bij gebrek aan een veilige plaats letterlijk in de goot.
De gps kon ons niet helpen, want je hebt hier geen enkele ontvangst: niet van de gsm, niet van de gps. Hans wil toch graag kijken wat we gemist hebben, en we rijden met de wagen dezelfde weg naar boven. Heel even heb ik gps-ontvangst, en wat blijkt: de canyon was gewoon het eerste deel van onze wandeling, maar er staat dus geen bord of andere aanduiding.
De weg verder naar boven is prachtig. Op een bepaald moment rijden we tussen de alpenweiden, vol bloemetjes en met prachtige uitzichten.
In theorie kunnen we langs deze weg verder rijden tot aan de grot die we eerst wilden bezoeken, maar op de top aangekomen beslissen we om toch maar rechtsomkeer te maken: we moeten toch wel 40 minuten dalen en daarna nog op zoek naar een bankautomaat om nog wat lei’s af te halen, want betalen met de kaart is geen optie aangezien er nergens ontvangst is. Maar dat is ook weer gemakkelijker gezegd dan gedaan. De dichtstbijzijnde automaat is in Albac, een half uur rijden van waar we zijn, een uur dus heen en terug. We willen 500 of 600 lei afhalen, maar dat laat de automaat niet toe. We kunnen wel 200 lei afhalen, dus dat doen we dan maar drie keer na elkaar.
Vanavond hoeven we niet onderweg te eten, Elena kookt voor ons. Ze heeft haar kleindochter meegebracht die min of meer Engels spreekt, zodat de communicatie wat vlotter verloopt dan via de vertaalapp. We krijgen een smakelijke maaltijd voorgeschoteld: kippenbouillon met slierten, varkensvlees met aardappelen en koolsla en een stukje taart als dessert. Straks lekker slapen, maar eerst nog wat genieten van het uitzicht op het terras.