Met een beetje spijt in het hart verlaten we Lord Byron: vooral het zwembad was zeer welkom de laatste dagen en er wordt nog meer warm weer voorspeld. Maar niet getreurd, we gaan richting kust. Onze eindbestemming van de dag wordt Sarandë, maar met een ommetje via Butrint.
Butrint ligt in het uiterste zuiden van het land, bijna in Griekenland, en is bekend omwille van de restanten uit de Griekse, Romeinse en Venetiaanse tijd die daar opgegraven zijn. Het dorp bestaat niet echt meer: je vindt er enkel nog de veerboot, een paar vissers en een hotel.
De reis naar Butrint verloopt vlot: we volgen dezelfde route als naar Gjirokaster maar rijden nog een heel eind door. Plots moeten we dan toch naar rechts, op de kleinere baantjes en dan zijn ze daar terug: duizelingwekkende bergen. We kronkelen ons naar boven, naar beneden, weer naar boven, … Uiteindelijk komen we in een immense vlakte waar overal gekanaliseerd water doorheen loopt. Duidelijk een vruchtbaar landbouwgebied. Ze hebben dan ook alles wat nodig is: zon, warmte en een onuitputtelijke voorraad water. We volgen de pijlen naar Butrint (en voor de zekerheid ook de gps) en …dan stopt de baan. We moeten de veerboot op, want de weg is onderbroken door water. Vier auto’s per keer kunnen over voor een luttele 700 leke, zo’n 5,5 euro. Zeker weten dat we erop liggen, maar goed.
Butrint dan. Het is bloedheet als we daar aankomen. Dan maar eerst iets eten in de schaduw van het overdekte terras van hotel Livia. En dan gaan we vol goede moed op stap. Er staan gelukkig heel wat bomen in het park waar de opgravingen liggen, dus dat is een meevaller. En het is de moeite, er is heel wat te zien.
Als we onze 4G aanzetten om te kijken hoe we verder moeten, zien we dat er een mail is aangekomen van het hotel waar we logeren. De eerste mail die we lezen meldt ons dat de reservering niet kan doorgaan, omdat ons saldo op de kredietkaart onvoldoende is !? Een half uur vroeger was er nog een mail versturrd, waarin ze ons vroegen om te annuleren zonder kosten omdat ze een waterlek hadden en ons dus geen kamer konden geven? We proberen te bellen, maar zonder resultaat: de verbinding springt steeds af. We besluiten dan maar tot daar te rijden, en daar blijkt dat er eigenlijk niets aan de hand is, dat ze ons een kamer kunnen geven. We zitten op de vierde verdieping, met zeezicht, maar zonder lift! Gelukkig zit er een jonge kerel aan de receptie die we dan maar onze koffer naar boven laten sleuren. De kamer is een beetje een tegenvaller, maar het zeezicht is prachtig. Aan het hotel is een privéstrand waar we ons installeren met een cocktail, om te bekomen van alle emoties.
Hans heeft zin om er ‘s avonds eens goed in te vliegen met een dinertje in een goed restaurant. TripAdvisor brengt raad. Zo eten we die avond op een supergezellig terras -met zeezicht, uiteraard – in Le Petit. De wandeling van zo’n 3,2 km heen en terug hebben we er graag voor over.