Oh what a day!

Na een zalige nacht zijn we vanmorgen redelijk vroeg uit de veren, want het ontbijt kan maar tot 9u. En dan onderweg naar centrum Gobabis. Dat is een middelgroot stadje (zo’n beetje Zottegem, maar dan op z’n Afrikaans), met een paar banken, een pompstation en een groot winkelcentrum.

Wat boodschappen (eten voor een paar dagen picknick, een frigobox en veel water) en dan op zoek naar een bank om nog wat extra geld om te wisselen.

Terwijl ik zit te wachten, check ik nog eens onze papieren en zie dat onze border crossing permit (nodig om met de auto naar het buitenland te mogen) enkel toelating geeft voor Botswana en Zuid-Afrika, terwijl dat laatste Zimbabwe moet zijn.

Als Hans belt naar het verhuurbureau, zegt Wesley van Hertz doodleuk dat Zimbabwe niet mogelijk is omwille van veiligheidsredenen. We moeten dan in Kasane, vlakbij de grens, een andere auto huren om twee dagen Zimbabwe binnen te mogen. Omdat we internet nodig hebben om dat allemaal te regelen, rijden we terug naar Xain Quaz Camp, waar we deze nacht logeerden. Danie en Kathy zijn gelukkig zeer behulpzaam.

We zijn er nog niet uit of we dat gaan doen, of ergens een alternatieve lodge gaan zoeken in Botswana en Namibië: we zien nog wel…

Uiteindelijk vertrekken we met een kleine drie uur vertraging naar Ghanzi, in Botswana, net op tijd om nog voor het donker in Tautona Lodge te zijn (hopen we). Maar dat is zonder de grensovergang gerekend. In Buitepos (jaja, de buitenpost) beginnen we aan een rondje bureaucratie dat een vol uur duurt, en dan is er geeneens volk. Eerst de migratiedienst in Namibië, om het land te mogen verlaten: papieren invullen, stempeltje laten zetten, en dan weer door, op naar de migratiedienst van Botswana: papieren invullen, stempeltje laten zetten en dan weer door, op naar de ‘road fund’ waar we een tol moeten betalen om met de wagen Botswana binnen te kunnen.

Na een uur zijn we alle bureaus en loketten gepasseerd en mogen we via een poort verder rijden. Daar moeten we een afgestempeld papiertje afgeven aan de portier van Botswana 😉

Die vriendelijke meneer vraagt ons of we fruit mee hebben, en ik, onnozele gans, antwoord dat we appels bij hebben. We krijgen dan een heel bizar verhaal voorgeschoteld over een uitbraak van ‘fruitpest’ in Botswana, waardoor het verboden is fruit in te voeren tenzij we een ‘permit’ hebben. Om geen tijd te verliezen hebben we onze appels dan maar afgegeven: iemand eet vanavond appelmoes!

En nu rijden maar: we hebben nog zo’n twee en een half uur te rijden, en iets minder voor het donker wordt. En zo geschiede: net voor we Ghanzi binnenrijden, is de zon echt helemaal verdwenen. Onze lodge ligt net voorbij de stad, en we rijden dus in het aardedonker van de weg af, een gravelroad op. De gps wil ons even later de bush insturen, maar gelukkig doen we dat niet. Hans was een bord voorbij gereden, maar had het niet kunnen lezen. Terug dan maar, om een pijl te vinden die rechtdoor wijst naar Tautona Lodge. Eindelijk zien we in de verte een paar lichtjes: gelukkig maar, we begonnen al te vrezen voor een nachtje auto.

Tautona Lodge is een soort Afrikaans Center Parcs, met afzonderlijke huisjes die telkens een soort studio zijn met een keukentje en badkamer. Heel comfortabel! Benieuwd hoe het er hier morgen uitziet bij klaarlichte dag.

Vandaag ook heel leuk nieuw: Sander is geslaagd met onderscheiding en mag zich nu Master of Sciences in de Industriële Wetenschappen noemen!!!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *