Logeren in “grutten”

Vanmorgen alweer vroeg uit de veren. We worden om 8u30 in Walvisbaai verwacht voor een bootexcursie op zoek naar walvissen en dat is toch zo’n 46 km verderop. Bij het uitchecken blijkt er fout gebeurd te zijn met onze factuur (er werd ons eten aangerekend dat we niet hadden gekregen, voor drie personen dan nog wel) dus het wordt even krap in tijd, maar we spreken af om de afwikkeling ervan via mail te doen zodat we toch nog net op tijd komen voor de boot.

We varen uit in een catamaran op Walvisbaai, een gedeelte van de Atlantische Oceaan dat tegen zwaar weer beschermd wordt dankzij een natuurlijke zandbaai. Onze begeleider heet Eddy: het is een oude zeebonk (een echte, met maar vier vingers aan een hand!) die bovendien twee pelikanen zelf heeft grootgebracht en tam gemaakt. De pelikanen amuseren zich aan boord, vliegen een eindje mee, verdwijnen dan en komen na een tijd weer terug.

Onderweg hebben we geluk. We zien de vin van een bultrug. Helaas is een bultrug niet zo speels als een orka of dolfijn, en de show blijft dus vrij beperkt. Maar dan zijn er even verderop dolfijnen gesignaleerd. Eerst is er een, dan twee, dan drie….en dan zitten we ineens middenin een hele school.

Intussen is er ons een kilometerlange vlucht cormorans(? Een soort zwarte watervogel) gepasseerd, duizenden achter elkaar in een dubbele rij. Wat verder passeren we de zandbank met een zeehondenkolonie: enkel vrouwtjes en jongen, de mannetjes blijven makkelijk vier, vijf maanden op zee. Nog wat verder de oesterbanken. Het water is te koud om de oesters te bevruchten, maar ze worden aangebracht vanuit Zuid-Afrika en ‘geplant’ in Walvisbaai waar ze in een vijftal maanden volgroeid zijn doordat er zoveel plankton in het water zit. In Zuid-Afrika is daar 9 maanden voor nodig, in Frankrijk zelfs drie tot vijf jaar.

Terwijl we aan een behoorlijk tempo doorvaren, springt er opeens een zeehond zomaar aan boord. Het dier overbrugde zeker anderhalve meter, zomaar vanuit het water, met niets om zich aan af te duwen. Dat geeft direct al een idee van de kracht van de vinnen van zo’n zeehond. Met een paar visjes is hij gelukkig snel weer van boord te lokken.

In de vaart waren er volgens de website ook schuimwijn en oesters inbegrepen. Maar er bleek een volledig buffetje voorzien te zijn met vanalles en nog wat. Hadden we meteen ook gegeten vanmiddag.

Eens we weer voet aan wal hadden gezet, zetten we koers naar ons volgend logement: Rostock Ritz in Cha-Ré. Het is een 240 km ver en de weg begint goed: mooi gladjes gepaveid. We stoppen een paar keer om naar de flamingo’s te kijken die zich daar verzamelen in een paar ondiepe plassen. Na 10 km verandert de tarmac in zout. Ook goed, dat schiet nog altijd behoorlijk op. Nog wat verder wordt het gravel, eerst nog redelijk glad, daarna alsmaar hobbeliger. Het eerste deel van de weg loopt werkelijk door echte woestijn. Dat betekent dat er drie keer meer vocht verdampt dan er valt. (ook de ondergrondse waterreservoirs verdampen door de enorme hitte). Daarna wordt het even savanne-achtig, met grote kuddes springbokken, en daarna weer wat ze hier semi-desert noemen, half-woestijn zeg maar. Even droog als een echte, maar er verdampt iets minder.

Eerst lijken we door een enorme vlakte te rijden, maar dan blijkt die vlakte een plateau te zijn en komen we in bergen terecht die onder ons liggen !!?? De weg wordt er daardoor niet makkelijker op en het vraagt volle concentratie om de laatste 80 km af te leggen.

En dan komen we aan in het Rostock Ritz (laat je vooral niet misleiden door de naam). Het is een gigantisch domein, woestijngebied, met tegen een helling een paar heel bijzondere gebouwen. Van ver lijken het tenten, maar het zijn betonnen halve bollen die mooi in het landschap verwerkt zijn door er stenen tegenaan te leggen die meteen ook als isolatie dienen. De huisjes houden het midden tussen grotten en hutten, we dopen ze dan maar op tot ‘grutten’ (‘hotten’ was de andere optie, maar klinkt minder leuk). Het uitzicht is alweer adembenemend: we kijken uit over een enorme vlakte met rondom rond aan de horizon bergketens. En verder niets: we zijn precies helemaal alleen op de wereld!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *