Vannacht was een bewogen nachtje. Rond 1u30 worden we wakker door een geluid dat doen denken aan hevige regen, maar aangezien we in een woestijngebied zitten, is de kans klein. Wanneer we opstaan om te kijken wat er aan de hand is, blijkt onze kamer onder water te staan. In de badkamer is een leiding gesprongen en het water spuit eruit. We proberen Naftali wakker te bellen, maar zonder succes. Hans slaagt er gelukkig in om het water af te zetten en we slapen dan maar verder. Tegen de ochtend is onze kamer weer droog, maar het huis van onze gastheren staat onder water. Blijkbaar was de vloer toch niet helemaal waterpas 😉Â
Na de lange rit gisteren hebben we niet zoveel zin in lange rijtijden vandaag. De dichtstbijzijnde attractie is het Brandberg National Park en The White Lady. Het park ligt op amper 30 km, dus dat is heel haalbaar, al is de weg abominabel slecht. We komen vlotjes aan na toch wel een hevig rammelende tocht. Het landschap onderweg is adembenemend mooi en de Brandberg (eigenlijk een bergketen) ligt prachtig rozerood te wezen.
Als we op de parking aankomen, staat er net een gids klaar om te vertrekken. Snel onze wandelschoenen aan, zonnecrème en een liter water per persoon in de rugzak en een petje op. De zon brandt onbarmhartig en jaagt de temperatuur de hoogte in. Gelukkig is er een klein briesje dat de temperatuur menselijk houdt.
De tocht gaat 2,5 km door het Brandbergmassief tot aan de White lady en dan weer terug. Intussen krijgen we van onze gids Monica uitleg over de dieren die in het massief leven en wat uitleg over de ‘bushmedicine’, geneeskrachtige planten die door een aantal volkeren nu nog steeds gebruikt wordt.
De tocht is heet, droog en prachtig. Af en toe maant Monica ons aan wat te drinken en dat is geen overdreven luxe. Zijzelf drinkt echter niets en de hitte lijkt haar totaal niet te deren. Zij is Ovambo, uit het noorden van het land,en dus nog hogere temperaturen gewoon.
En dan zijn we eindelijk bij de White Lady: een muurschildering van 2000 jaar oud (en sommige delen zelfs 5000 jaar oud), gemaakt door de San, de oorspronkelijke bewoners van dit onherbergzame gebied. Het is echter geen witte dame die is afgebeeld, maar een sjamaan wiens lichaam deels wit gemaakt is door as van een traditioneel vuur. Verder zijn er kudu’s, springbokken, zebra’s, antilopes… Mooi, maar het kan niet op tegen de omgeving. Bij de uitgang installeren we ons aan een picknicktafel onder een afdak, en met een boek genieten we van het spectaculair uitzicht. Jaja, ook Hans is aan het lezen.
We keren vrij vroeg terug naar onze B en B waar we intussen een andere kamer kregen met de coolste badkamer ooit: een badkamer zonder dak, maar met zicht op een blauwe lucht, een schitterende zon en een wuivende palmboom.
’s Avonds gingen we uit eten bij Inecia, een buurvrouw van Naftali die kookt voor iedereen die zin heeft in lekker eten. Ze ontvangt ons op haar veranda en maakte een heerlijke kip curry voor ons. Maar wat vooral leuk was, was de babbel met haar en haar dochter Chloe. Chloe studeert in Johannesburg met een beurs en zit in haar tweede jaar rechten. Inecia zelf vertelt over haar leven. Zij is ook Ovambo, maar kwam door een uitwisselingsproject van school in Damaraland terecht en huwde met Hans, een Damara. Terwijl de Damara een vrij westers leven leiden in bakstenen huizen, leven de Ovambo nog echt in hutten. Haar kinderen zijn echter opgegroeid in Damaraland en voelen er weinig voor om naar het noorden bij hun Ovambogrootouders langs te gaan. Inecia leeft dus werkelijk tussen twee werelden en mist duidelijk haar roots. Het is opvallend hoeveel talen de meeste Namibiërs spreken: Inecia spreekt Ovambo, Damara (de kliktaal), Afrikaans, Engels en Duits. Monica, onze gids van vanmiddag voegt daar nog een mondje Frans, Spaans en Portugees aan toe. Hoedje af!
De babbel is zo gezellig dat ze ons daarna nog een half uur meeneemt in de wagen om Uis te tonen, zowel downtown als de Upper Town, het vroegere township. Een interessante ontmoeting!