We verlaten Otjiwarongo en Hadassa Guesthouse met een beetje spijt. Het was een prima verblijfplaats en een aangenaam en levendig stadje. Maar niet getreurd: op naar Namutoni, dichtbij het Etosha National Park. We rijden nog zo’n 300 km naar het noorden, waardoor de temperatuur navenant stijgt. Er schijnt een aangenaam zonnetje, af en toe een wolk en een stevige wind. De arme Namibiërs vriezen dood bij 20 graden en lopen rond met een muts, laarzen en een fleece.
We houden een plasstop in Tsumeb, maar dat is vooral een commercieel centrum en dus blijven we daar niet hangen. Dan maar door naar Emanya@Etosha, zoals de lodge heet. We rijden van de verharde weg af en gaan een gravelroute op voor nog zo’n 6 km. Een opritje heet dat dan.
Uiteindelijk, na twee hekkens en een rondrit door het domein dat bestaat uit savanne, komen we aan bij de lodge. En daar vallen we bijna van onze stoel. We komen aan in een lodge die een architectonisch hoogstandje is: supermodern, opgebouwd uit wit beton en glas, metershoog. Overal, zowel binnen als buiten, lopen kanaaltjes met water voor de koeling. De kamers zijn kleine huisjes met strooien dak. Enfin, klein, dat is ook relatief. We hebben een enorme kamer, een plafond dat in de nok zeker zo’n 7 meter hoog is en waar je mooi het dakgebinte in boomstammen en het stro ziet, en een enorme badkamer in beige marmer. Enfin, decadente luxe, eigenlijk. Maar het meest fantastische is een terras dat uitkijkt op een drinkplaats waar tegen de vooravond de dieren komen drinken. Ze komen als het ware poseren voor een foto terwijl je gewoon vanuit je luie zetel toekijkt.
Het is geen optie om naar een restaurant te gaan (het dichtstbijzijnde ligt waarschijnlijk op zo’n 90 km), maar gelukkig kan je hier ook eten. Ze bieden een bijzonder lekker menu aan (het is dat of niets) voor een appel en een ei. Niet te geloven in zoiets chics.
Na het eten toch nog even voetbal meepikken. Het staat 2-1 voor België met nog een kwartier te gaan. Duimen maar!