sLOVEnië

Onze laatste dag in Slovenië. Voor we hier waren wisten we niet echt goed wat te verwachten, maar het land heeft alle verwachtingen overtroffen. Het is ongelooflijk mooi en gevarieerd, alles dicht op elkaar, veel nog ongerepte natuur, vriendelijke mensen,… Alles om er een ideale vakantiebestemming van te maken.

Ons eerste plan was om naar de Socavallei (sotsja) te rijden omdat het daar naar het schijnt onwaarschijnlijk mooi is. Maar het is vanuit Bohinj meer dan een uur rijden en aangezien we morgen al terugreizen, beslissen we om deze laatste dag zo weinig mogelijk in de auto te zitten en zoveel mogelijk te bewegen en buiten te zijn.

We kiezen een wandeling uit het ruime aanbod hier in de streek: vanuit Stara Fuzina stappen we langs de kloof van de Mostnica via Voje helemaal tot aan de Mostnica waterval. Het is een fantastische wandeling. Het eerste deel gaat volledig door de bossen. We klauteren op en neer, en krijgen het ene fenomenale zicht na het andere op de kristalheldere rivier beneden in de kloof die zich met luidruchtig klaterend enthousiasme naar beneden stort. Het volgende stuk voert langs alpenweiden: overal bloemetjes, houten stalletjes, glooiend grasland en dan voortdurend de Triglav, de hoogste berg van Slovenië op de achtergrond. Het lijkt wel een vlindertuin waar we doorwandelen. Maar niet alleen vlinders: ook reuzensprinkhanen, en zelfs een moedige muis die parmantig voorbij trippelde.

Net voor we aan de waterval komen, bereiken we een oude afspanning (een ander woord is er niet voor) waar we een stevige champignonsoep met brood voorgeschoteld krijgen.

De terugtocht verloopt deels langs dezelfde weg, maar tot tweemaal toe kunnen we een alternatieve route kiezen, wat we dan ook doen: opnieuw smalle baantjes door het bos afgewisseld met wat bredere paden. Onderweg komen we nog een herberg tegen waar we nog iets drinken, want het is heel erg warm.

En die warmte wreekt zich. Op zo’n half uur van het einde van onze tocht overtrekt het plots en begint het te donderen: een warmte-onweer. We stappen wat sneller door en bereiken net op tijd de wagen. Het is intussen al half vijf (waar is die tijd naartoe?) en dus keren we maar terug naar het hotel. We hebben nog een reis voor te bereiden voor morgen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *