Een nat pak

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Vanmorgen zijn we om negen uur al onderweg om te kajakken. We zien het helemaal zitten. Toch blijkt kajakken in Slovenië net een categorie hoger te liggen dan in Frankrijk. Het wordt ons al duidelijk als we bij het vertrek niet enkel een zwemvest krijgen, maar ook speciale schoentjes en een helm. En op het meer van Bohinj, waar we vertrekken, krijgen we een half uur uitleg over het besturen van de boot en de loop van de rivier. Die is snel en bijzonder technisch. Bovendien zijn er een aantal watervalletjes te overbruggen, telkens zo’n halve meter. En er is ontzettend veel stroming. Gelukkig dus dat Orban en Jan meegaan als gids. Ze tonen de weg en helpen je weer in je boot als het misgaat. En dat was nodig. Hans bracht het er zonder frisse duik vanaf, met mij ging het iets minder goed. Het probleem was niet de stroomversnellingen of de watervallen, wel het in evenwicht houden van de boot nadat die gepasseerd zijn. Ik heb werkelijk geen evenwichtsgevoel (mijn leerkracht turnen heeft nooit begrepen dat ik kan fietsen zonder steunwieltjes, zo erg is het), en dus duik ik drie keer het ijskoude en snelstromende water in. Gelukkig zonder erg, alleen een verzameling behoorlijk indrukwekkende blauwe plekken.

Na de tocht die zo’n drie uur duurt, zijn we allebei aan wat rust en eten toe. Eenmaal bekomen besluiten we om het voor de namiddag wat rustiger te houden. We rijden naar de bron van het Bohinj meer, de  Slap Savica (spreek uit: Slaap Savietsa), de waterval waar de bron uit de bergen komt. Eerst een stuk met de wagen en dan het laatste stuk te voet. Volgens de pijl een wandelingetje van 20 minuten.

En daar zit het grote verschil met Amerika en Canada. In Amerika betekent een wandeling van 20 minuten een ommetje van maximum 10 minuten, in Canada stap je dan inderdaad 20 minuten aan een redelijk tempo, in Slovenië tel je er gewoon minstens de helft bij. Ze waren ook vergeten te vermelden dat het geen pad was, wel een langgerekte trap. En zo wordt het dus 30 minuten trappen lopen. Gelukkig loopt de hele tocht door het bos, dus de temperatuur is tenminste te doen. En het uitzicht maakt alles goed. Uit een gigantische bergwand stort zich een dubbele waterval naar beneden, in het meest idyllische minimeertje dat je je kan voorstellen. Het tochtje meer dan waard, al denk ik wel dat we vannacht goed zullen slapen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *