Vandaag verlaten we onze eerste stek en gaan we richting Sloveense hoofdstad. Het is nog geen 50 km rijden, dus besluiten we om een paar tussenstops in te lassen.
Kranj wordt onze eerste tussenstop. Het is de derde grootste stad van SloveniĆ«, wat op zich niet zoveel zegt als je weet dat de hoofdstad maar 115 000 inwoners telt, minder dan de helft van Gent dus. Kranj heeft een aangenaam oud centrum, gebouwd zoals de meeste Sloveense steden rond een breed rechthoekig centraal plein. Auto’s worden uit het centrum geweerd, fietsers en voetgangers krijgen er alle plaats. Op een zondagmiddag loopt er geen kat op straat, maar de grote terrassen laten vermoeden dat er in de loop van de dag toch wat meer volk op straat zal lopen.
Groot is het niet, dus we zijn rap rond. Een bankje in de schaduw nodigt uit tot een picknick. Van zodra we ons neerzetten, krijgen we onmiddellijk een enthousiaste fanclub straatmussen rondom ons.
Volgend stop: Skofja Loka. Volgens onze reisgids een van de mooist gelegen stadjes van het land. En inderdaad, het ligt zeer lieflijk tegen een heuvel aangevlijd, een kasteel op de top, een breed langgerekt centraal plein en kronkelende straatjes met trappen op en af. Ook hier is het centrum zo goed als uitgestorven. Waarschijnlijk zit de hitte (34 graden) hier ook voor iets tussen. Wij doen een terrasje om ons vochtpeil op niveau te houden en besluiten dan verder te rijden naar Ljubljana.
Ljubljana is een open en groene stad. We logeren in het oude centrum, dus autovrij. Om aan ons appartement te komen moet een jongedame (Johanna, zo blijkt) met een badge de paaltjes in de grond doen zakken. De volledige oude binnenstad is verkeersvrij, dus geen auto’s, trams of bussen. Ik weet niet waar ze in Gent zo’n spel van maken, hier lukt dat probleemloos. Ons appartement ligt in een soort beluikje, een doodlopend straatje dat uitkomt op een gezellig winkel-wandelstraatje.
We nemen eerst onze fietsen om de koelte van het Tivolipark op te zoeken, een reusachtige groene long, met zowaar een (gigantisch) stuk wilde natuur. Het park alleen is zo’n vier keer groter dan het oude centrum.
De stad zelf is magnifiek: prachtige gebouwen uit het begin van de 20ste eeuw, grote pleinen, brede lanen, water, bruggen, kerken en kastelen… Overal loopt er volk, zodat het wat weg heeft van een rustige Gentse feesten. Om de hitte te verdrijven is er zelfs een ‘regenzone’ op het plein, waar vanuit de lucht voortdurend water wordt verstoven.
We kuieren van de ene verrassing in de andere en vinden tenslotte een rustig terrasje langs het water om iets te eten. Dat wordt morgen zeker en vast een boeiende ontdekkingstocht!