Vandaag zijn we voor ons doen ongelooflijk vroeg opgestaan: om half 7. We willen vroeg vertrekken, want we hebben een rit van meer dan 5 uur voor de boeg.
We rijden weer door een postkaart: bergen en bomen, ze blijven maar komen. En dat alles heerlijk mysterieus door een laaghangend wolkendek. Het rijden gaat vlot, maar veel meer dan 70 km/u gemiddeld halen we niet. Uiteindelijk laten we de bergen achter ons en komen ten slotte in een uitgestrekte vlakte. Al bij al gaat het vlot vooruit en rond kwart voor 12 staan we in Stawwassen aan de ferry terminal. We zijn net te laat voor de ferry van 12u, dus wordt het die van 13u die ons naar Swartz Bay op Vancouver Island brengt. 1u35’ genieten van wind, water en vooral: zon! De vaart is heerlijk: de gigantische boot laveert tussen eilandjes dat het een lieve lust is. Voor we het weten, rijden we Vancouver Island op, richting Victoria, de hoofdstad van British Columbia.
Victoria is een stad om instant verliefd op te worden. Overal water, haventjes, een oude binnenstad, talloze parkjes, gigantische oude (nu ja, dat is relatief, zo’n 150 jaar) gebouwen,… Het is er een gezellige drukte. Door het Street Buskers festival dat aan de gang is, wanen we ons bijna op de Gentse feesten. In een bekende Ierse pub (Irish Times) eten we de lekkerste wilde zalm van de hele reis. En wat het allemaal nog veel beter maakt: voor het eerst deze reis eten we ’s avonds buiten! Eind goed, al goed, zeker?