Normaal gezien is het in West-Canada in de zomer gemiddeld 21°. Het regent amper 2 dagen, want juni is de droogste maand van het jaar. De zomer van 2016 is een uitzondering op alle vlak: de temperatuur stijgt nauwelijks boven 16°, het regent elke dag (en sommige dagen de hele dag) en de wolken hangen net boven de boomtoppen, kwestie van het zicht volledig te belemmeren. En je raadt het al: wij kiezen juli 2016 om West-Canada te bezoeken.
Vanmorgen: wolken tot beneden en regen. Als echte Belgen zijn we wel het een en ander gewoon, dus we besluiten te doen of het niet regent en ons plan voor vandaag gewoon te laten doorgaan. Eerst snel wat boodschappen voor de picknick. Daarna nog eens tanken, tenminste dat is het plan. In Jasper zijn drie tankstations waarvan er één buiten dienst is. Daarna 150 km geen pompstations. Dat betekent dus file. Er zijn hier hoog in de bergen maar drie redenen voor file: wegenwerken, wilde dieren langs de kant van de weg of tanken voor je de stad verlaat.
We hebben geen zin om een half uur aan te schuiven en rijden dan maar zo verder. Eerst richting Athabasca Falls. We hebben intussen al behoorlijk wat watervallen gezien, maar het blijft indrukwekkend. Ook hier weer een massa water die zich met een enorme kracht de diepte ingooit. Het grote verschil met de vorige is dat je werkelijk vlakbij staat. Doordat het water zich door een kloofdal slingert, heeft men een brug kunnen bouwen waardoor je recht boven het kolkende water staat. Het water stuift hoog op zodat niet alleen de regen ons nat maakt.
Eindelijk stopt het met regenen. We rijden naar Mount Edith Cavell, een reusachtige granieten berg met alles erop en eraan: sneeuw, het Edith Cavell meer en de Edith Cavell gletsjer. Frisjes, dat wel, amper 10°.
We volgen eerst het pad naar het meer (schilderachtig) en nemen daarna de Glacier Trail die ons een fantastisch uitzicht biedt op de gletsjer. Buitengewoon indrukwekkend! We blijven wel heel braafjes op de paden en in de buurt van andere mensen, want er heerst ‘berenalarm’. Je mag de trails enkel volgen in groepjes van minimum vier en moet lawaai maken. Gelukkig hebben we onze berenbel mee!
Helaas begint het weer te regenen: we rijden de berg af totdat het regenen wat mindert en volgen nog een pad dat ons naar het Horseshoe Lake brengt. Het water heeft er een heel diepe kleur blauw, alsof ze er inkt in hebben opgelost. Maar dan begint het opnieuw te regenen. Uiteindelijk geven we ons gewonnen aan de weersomstandigheden en keren terug naar Jasper. Daar is een leuk centrum met een paar winkeltjes: dat lijkt ons net iets aangenamer bij dit natte weer.
Als we even aan het wandelen zijn, gaan alle hemelsluizen open: ook in Canada regent het soms blaasjes. De volledige omgeving is verdwenen in de wolken: er is geen berg meer te zien. We keren dan maar snel terug naar het hotel. Als we daar aankomen, zijn we net waterkiekens: nat tot op ons vel. Gelukkig kunnen we daar iets eten. De vriendelijke ober vindt nog net plaats voor twee in de bar: anders hadden we nog een keer de zondvloed in gemoeten. Zelfs voor Belgen was dat net teveel van het goede geweest.