Het is zover: we gaan naar Canada. Omdat we geen van beiden vroege vogels zijn, slapen we de nacht van zondag op maandag al in het Ibis Hotel in Brussel, recht tegenover het Zuidstation. Dat brengt ons op maandagmorgen dat ene uurtje extra slaap op. Toch loopt de wekker nog altijd af om kwart over vijf, ontiege lijk vroeg dus.
Om kwart voor zes zitten we al in de Panos voor een vroeg ontbijt, en om kwart over staan we aan de balie van Air France. Alles gaat supervlot: we krijgen onze boardingkaart en onze bagage wordt ter plaatse ingecheckt, dus daar hoeven we ons ook al geen zorgen meer om te maken.
Om stipt 7u10 vertrekt de TGV naar Charles de Gaulle, waar we normaal gezien om 8u26 al aankomen. Handig toch! Ware het niet dat de hoogspanningsleidingen het laten afweten en we dus midden in het Franse platteland tot stilstand komen. Vijf minuten, tien,…. Uiteindelijk een half uur vooraleer we vertrekken. Toch houden we onze persoonlijke hoogspanning op dat moment nog redelijk onder controle. Ok, het wordt wat nipt misschien in de luchthaven, maar aangezien het vliegtuig pas om 10u45 opstijgt, moet dat toch nog lukken.
In de luchthaven snel de juiste terminal zoeken (een kwartiertje snelwandelen) om dan door de paspoortcontrole te gaan. Althans, dat is de theorie. Aan de paspoortcontrole staat zo’n massa volk te wachten dat ze niet eens in de (nochtans enorme) wachtruimte past, en er een absurd lange wachtrij ontstaat doorheen het hele gebouw. Na een uur aanschuiven zijn we amper vooruit gekomen. We staan in de rij voor de mensen met een EU paspoort (ah ja, want daar duren de controles minder lang): helaas zijn er van de zes douanepoortjes maar twee open en iedereen moet daar één voor één langs. De hoogspanning neemt toe…
Om 10u15 mogen we langs de douane, om opnieuw aan te schuiven, dit keer voor de controle van de handbagage. Dit gaat gelukkig iets vlotter en een twintigtal minuten later zijn we ook daar voorbij. Nu naar gate L53 : eerst een shuttle tot in gebouw L en daar, je raadt het al, op naar de allerlaatste in de rij. Om 10u45 komen we buiten adem aangehold, ze zijn intussen de gate al aan het sluiten maar laten ons gelukkig toch nog op het vliegtuig, dat uiteindelijk met een kwartier vertraging vertrekt.
Over de vlucht kunnen we kort zijn: hij duurt lang (bijna tien uur) maar verloopt probleemloos. Bij aankomst onze auto afhalen (een Jeep Cherokee, folietje van Hans) en dan naar Vancouver. We logeren Downtown bij English Bay, vlakbij de zee. Onmiddellijk komen we in een relaxt vakantiesfeertje: strand, zee, een beetje zon, … meer moet dat niet zijn. Het is nog altijd maar twee uur in de namiddag (er is een tijdsverschil van -9u), dus het wordt een lange dag. Om kwart over zes (we zijn dan al 22u wakker) houden we het voor bekeken en kruipen we in bed voor een hopelijk verkwikkende nacht.