Deel één van onze terugreis zit erop. We hebben een paar dagen geleden besloten om de reis te onderbreken in Mâcon, ongeveer halfweg. Zo hoeven we geen 12 uur aan een stuk door te rijden. Vanmorgen zijn we na een vroeg ontbijt vertrokken: om 9 uur zaten we al in de auto, een hele prestatie voor ons.
De landschappen waar we doorreden waren prachtig: eerst vlak landbouwgebied in de Povlakte, tot in Milaan, daarna de Alpen waar we (letterlijk) doorgereden zijn. Het was de ene tunnel na de andere, en als het geen tunnel was, dan was het een brug of viaduct. Enig minpuntje: zeer dure payage, vooral de Valle d’Aosta en de Mont Blanc tunnel, maar bon, daarmee hebben we dat ook eens meegemaakt.
De rijstijl van de Italianen was weer iets minder prachtig. We zijn er intussen achter dat wegmarkeringen, zoals witte stippellijnen, volle lijnen, haaietanden, … in Italië een puur decoratieve functie hebben. Er is geen kat, maar dan ook werkelijk niemand die zich daar iets van aantrekt. Het nut van richtingsaanwijzers is bovendien ook fel overroepen: je verandert toch gewoon van rijstrook. Het zal wennen worden om weer in België rond te rijden, we zullen onze rijstijl iets minder agressief moeten maken.
Rond 5 uur waren we in ons hotel. Het is een typisch doorreishotel: goedkoop, vlak bij de autosnelweg, basic, maar alles is er, zelfs airco en een zwembad, en daar zijn we blij mee. Er is bovendien een restaurant ter plaatse en het moet gezegd, het eten was boven verwachting lekker. Morgen is het plan om vroeg op te staan om op tijd te vertrekken, zodat we nog een beetje dag overhouden in België. Wie weet, misschien zelfs een avondje Gentse Feesten.
