Vandaag werd een geforceerde rustdag. Ruben heeft al een paar dagen last van zijn oor en staat vanmorgen op met stekende oorpijn. We vragen aan onze gastvrouw Patricia of ze een dokter kent in de buurt, maar ze stuurt ons naar de spoedhulp van het ‘Ospedale’. Dat zien wij dan weer niet zitten, en dus proberen we in een mengelmoes van Italiaans, Frans en Engels te vragen of er niet ergens een huisdokter is die we kunnen raadplegen. Patricia’s kennis van het Frans en Engels staat ongeveer op ons niveau van Italiaans en stelt dus niet zoveel voor. Voor banale dingen als een sleutel of een ventilator is dat geen probleem, maar dit valt in een iets complexere categorie. Ze bekijkt ons eerst verbijsterd, maar ineens gaat er een lampje branden: ‘Ah, visitare’. Si, si, dat is inderdaad wat we willen: een arts visitare. ‘Un momento’, gaat het dan, en na een druk telefonisch gesprek kunnen we een afspraak krijgen om half twaalf. Als we vragen waar de dokter precies woont, bekijkt ze ons weer verbijsterd en zegt doodleuk: hier. Nu kijken wij verbijsterd (ja, het was een verbijsterende ochtend). Bleek dat de dokter aan huis ging komen. Prima voor ons.
Rond half 12 verschijnt dan dotoressa Anna Melacci, in alle opzichten een indrukwekkende madam. Zeker zo groot als ik, minstens honderd kilo, en een stoppelbaard van drie dagen waar mijn mannen jaloers op zijn. Ruben blijkt een binnenoorontsteking te hebben en krijgt medicatie voorgeschreven. Hopelijk voelt hij zich snel beter.
Het plan was om vandaag naar Perugia en Assisi te gaan, maar dat stellen we nu maar even uit. Eerst een farmacia zoeken, boodschappen doen en dan wat luieren. In de namiddag besluiten Hans en ik om een castello te bezoeken die we vanuit ons appartement kunnen zien. We belanden in Castiglion Fiorentino en dwalen wat rond in een slaperig middeleeuws stadje, maar het castello dat we voor ogen hadden, ligt blijkbaar ergens anders. Geen castello dan maar, wel een ruïne van een versterkte burcht waar Castiglion is rondgebouwd.
’s Avonds besluiten we toch nog wat actie in te bouwen en rijden we naar Cortona. Het is een heel mooi middeleeuws stadje dat tegen een berg aangevleid ligt, gebouwd op de fundamenten van een vroegere Etruskische burcht. Een wirwar van straatjes, veel toeristenwinkeltjes en restaurantjes, steile hellingen en trapjes. We eten er in een klein restaurantje, waar we ons laten verleiden tot een ‘Giro paste’: een rondje pasta eten, zeg maar. Geen goed idee, of juist wel. We krijgen bruschette, 4 verschillende soorten pasta (telkens een volwaardige schotel), en dan nog een schoteltje gemengde desserts (ijs, twee stukken taart en een glaasje vino santo): we ontploffen bijna. Hoe de Italianen door de band genomen zo slank blijven, het is ons een raadsel.
Voor we gaan slapen, duiken we nog allemaal eens het zwembad in (voor Ruben een voetbadje) om goed afgekoeld in bed te kruipen. Dankzij een tweede ventilator slagen we erin om de temperatuur binnen redelijk te houden, en gelukkig koelt het ’s nachts af. Gisteren om half elf was het zalig fris: nog maar 29 graden 😉