’s Morgens vertrekken we bij een koele 17 graden en lage bewolking (lees: we zitten midden in de wolken). Het heeft ’s nachts geonweerd en geregend, en de hitte lijkt verdwenen. Maar geen nood. Koud hebben we het niet gehad. De thermometer klom al gauw naar halfweg de twintig.
Opnieuw een lange autoreis. Op papier leek het nogal mee te vallen: een hele dag om 600 km te overbruggen, dat is te doen. Alleen moesten we eerst een heel stuk Oostenrijk door waar men van autosnelwegen nog niet gehoord had: pas na anderhalf uur rijden, bereikten we iets wat daarop leek. Als compensatie was het landschap wel heel sprookjesachtig: hoge bergtoppen, glooiende weiden, koel kabbelende riviertjes en bijna geen verkeer.
Van zodra we de autosnelweg bereiken, schieten we iets beter op, al is de snelheid meestal gelimiteerd tussen 80 en 110 km per uur. Onze route lijkt een aaneenschakeling van bruggen en tunnels. We passeren Innsbruck en rijden zo naar de Brennerpas om Italië binnen te rijden. Op slag een enorm verschil. De temperatuur stijgt gewoon 6 graden aan de andere kant van de Brennerpas (ineens 34 graden, daar waar we tot dan toe een aangename 28 graden hadden) en het temperament van de chauffeurs stijgt navenant. Italiaanse chauffeurs zijn nerveuze autobestuurders en je moet voortdurend op je hoede zijn. Bovendien zijn er weer overal wegenwerken (volgens mij concentreren wegenwerken zich in heel Europa op die wegen waar wij langskomen).
Uiteindelijk bereiken we na een lange, hete rit –leve de airco, want het kwik klom intussen tot 38 graden- Venetië. We parkeren net buiten de stad op parking Tronchetto, volgens internet de goedkoopste. Op zich geen probleem want de vaporetto stopt vlakbij en zorgt voor een directe verbinding met het Canal Grande. Intussen hebben we al een smsje gekregen van ene Luca die ons zal opwachten aan de halte Rialto. Luca neemt ons mee naar het appartementje dat we via internet geboekt hebben. Het was zeer betaalbaar en had twee slaapkamers en zou in het centrum van Venetië liggen: te mooi om waar te zijn. Maar soms moet men wat vertrouwen hebben in de mensheid. We bereiden ons dus voor op een basic appartementje en hopen dat het op wandelafstand ligt van het toeristische Venetië. Luca beweert dat het op slechts 2 minuutjes van de Rialtobrug ligt (jaja, dat zal wel) en gaat ons voor. En zowaar, anderhalf minuutje later worden we binnengelaten in een oud en op het eerste zicht wat aftands gebouw. De traphal is echter proper en koel. Op de tweede verdieping bereiken we onze “palazzo”. Onze mond valt zowat open van verbazing: het ligt echt vlakbij de Rialtobrug en dus hartje Venetië, het heeft een keuken, een badkamer, een living en twee bijzonder ruime slaapkamers, smaakvol ingericht en er is overal airco en een snelle wifiverbinding. Luca verzekert ons dat hij bovendien 24 uur op 24 bereikbaar is voor mocht er toch een probleem zijn. Zo zie je maar, soms is de mensheid echt te vertrouwen.
We springen nog snel een supermarkt binnen voor wat ontbijtgerief en trekken de stad in om een pizzaatje te eten op een terras. We hoopten eigenlijk dat de temperatuur zou dalen als de zon weg was, maar dat was niet het geval: het blijft broeierig heet. Gelukkig is het appartement heerlijk koel. Op de televisie zien we dat er in Noord-Italië en het Centrum van het land een verschroeiende hittegolf heerst: we geloven het graag.
Graag ook een audio opname van Hans die aan het zingen is in een gondel, terwijl ruben en sander proberen te sturen.
Komt in orde;)
Ge ziet dat jullie niet met vooroordelen moeten zitten over de ” niet te vertrouwen Italianen “..die Luca bewijst het tegendeel hé..hahaha
Genieten maar van La Bella Italia… wij volgen jullie…ciao ciao